SMART: de krijtlijnen
We werkten de visie en ambitie achter het SMART-concept uit in 4 concrete krijtlijnen die bepalend zijn voor de invulling en organisatie van de stages.
1. ZELFSTURENDE EN ONDERZOEKENDE LERAAR IN EEN LERENDE ORGANISATIE
We vinden het belangrijk dat stages in de lerarenopleiding groeiruimte bieden voor studenten. In het nastreven van het bachelorniveau, ligt de focus van stages ligt niet louter op toepassen van wat in de opleiding werd aangeleerd, maar moeten studenten ook kansen krijgen om de praktijk te verkennen door te onderzoeken en experimenteren, zonder daar onmiddellijk een beoordeling aan te verbinden. Via verkennings- en experimenteerruimte in lintstages willen we het innovatieve (zowel naar visie als naar concrete ideeën) meer ingang laten vinden in de klaspraktijk, alsook studenten en scholen meer inspraak te geven in de invulling van de stage. Dat gevoel van eigenaarschap is essentieel om de studenten het eigen leerproces in handen te laten nemen en zelfsturend groeistappen te zetten. De begeleiding van hun mentor, stagebegeleider en medestudenten is daarbij essentieel om vanuit een andere, open blik te inspireren, stimuleren en ondersteunen.
2. SAMEN LEREN, LESGEVEN EN OPLEIDEN
Stages zien we als een drieluik van samenwerking:
3. GEÏNTEGREERD LEREN EN WERKEN
Om de praktijkrelevantie van wat in de opleiding wordt geleerd, kracht bij te zetten opteren we in de jaarkalender van onze opleiding voor het vervlechten van theorie en praktijk. Door stages en lessen op de campus te laten afwisselen, worden lessen verrijkt en gecontextualiseerd vanuit wat op stage werd ervaren (cf. inductief leren) en worden stage-ervaringen geïnspireerd en onderbouwd vanuit wat in de lessen aan bod kwam (cf. deductief leren). Stage-ateliers en Leerkracht-groepen (met focus op onderzoek, reflectie en identiteitsontwikkeling) op de campus ondersteunen het proces van transfer en integratie van theorie en praktijk.
4. MAATSCHAPPIJBETROKKENHEID
In de huidige en toekomstige superdiverse samenleving is het wenselijk dat elke leraar een brede blik heeft op de maatschappij en vanuit zijn sociaal-maatschappelijk rol mee het groeiproces àlle kinderen maximaal mee kan ondersteunen. Reeds van bij de start van de opleiding willen we studenten laten kennismaken met de diversiteit van kinderen en de contexten waarin zij opgroeien, om van daaruit ook de bril van maatschappijbetrokkenheid op niveau van klas- en schoolbeleid op te zetten. Eerstejaarsstudenten laten we maximaal stage lopen in grootstedelijke context of in elk geval in scholen die gericht en positief aan de slag gaan met de aanwezige diversiteit. Studenten vertrekken bij al hun stages vanuit brede observatie van kinderen. In het laatste jaar van de opleiding nemen alle studenten een maatschappelijk engagement op via een project naar keuze, om op die manier aan te tonen op welke manier zij hun sociaal-maatschappelijk rol als leraar vorm willen geven.
1. ZELFSTURENDE EN ONDERZOEKENDE LERAAR IN EEN LERENDE ORGANISATIE
We vinden het belangrijk dat stages in de lerarenopleiding groeiruimte bieden voor studenten. In het nastreven van het bachelorniveau, ligt de focus van stages ligt niet louter op toepassen van wat in de opleiding werd aangeleerd, maar moeten studenten ook kansen krijgen om de praktijk te verkennen door te onderzoeken en experimenteren, zonder daar onmiddellijk een beoordeling aan te verbinden. Via verkennings- en experimenteerruimte in lintstages willen we het innovatieve (zowel naar visie als naar concrete ideeën) meer ingang laten vinden in de klaspraktijk, alsook studenten en scholen meer inspraak te geven in de invulling van de stage. Dat gevoel van eigenaarschap is essentieel om de studenten het eigen leerproces in handen te laten nemen en zelfsturend groeistappen te zetten. De begeleiding van hun mentor, stagebegeleider en medestudenten is daarbij essentieel om vanuit een andere, open blik te inspireren, stimuleren en ondersteunen.
2. SAMEN LEREN, LESGEVEN EN OPLEIDEN
Stages zien we als een drieluik van samenwerking:
- Studenten die samen op pad gaan in hun leer- en groeiproces als leraar door ervaringen uit te wisselen en elkaar te inspireren. Om het leren van elkaar maximaal kansen te geven, opteren we er in de stageorganisatie voor om studenten in grotere groepen aan stagescholen toe te wijzen. In de opleiding ondersteunen en versterken we deze samenwerkingsprocessen via stage-ateliers wordt geleerd van elkaar, en in Leer-krachtgroepen, waar peer-reflectie een belangrijk element is;
- Studenten die op regelmatige basis samen voor de klas staan, of samen met hun mentor, om zo te groeien in hun competenties om via teamteaching de klaspraktijk vorm te geven, aansluitend bij een toenemende realiteit van teamteaching in het Vlaamse kleuteronderwijs;
- We organiseren stages zoveel mogelijk binnen duurzame samenwerkingsverbanden tussen lerarenopleiding en basisschool. Daardoor groeit een betere bekendheid met elkaars organisatie en visie, waardoor de leeromgeving die de student geboden wordt veel coherenter is en de begeleiding beter samen kan vormgegeven worden. We kiezen er daarom voor om met minder stagescholen tegelijkertijd samen te werken, maar verruimen deze samenwerking ook om het partnerschap nog verder kracht bij te zetten door ook bachelorproeven van laatstejaarsstudenten te laten aansluiten bij een onderzoeksvraag vanuit de stageschool.
3. GEÏNTEGREERD LEREN EN WERKEN
Om de praktijkrelevantie van wat in de opleiding wordt geleerd, kracht bij te zetten opteren we in de jaarkalender van onze opleiding voor het vervlechten van theorie en praktijk. Door stages en lessen op de campus te laten afwisselen, worden lessen verrijkt en gecontextualiseerd vanuit wat op stage werd ervaren (cf. inductief leren) en worden stage-ervaringen geïnspireerd en onderbouwd vanuit wat in de lessen aan bod kwam (cf. deductief leren). Stage-ateliers en Leerkracht-groepen (met focus op onderzoek, reflectie en identiteitsontwikkeling) op de campus ondersteunen het proces van transfer en integratie van theorie en praktijk.
4. MAATSCHAPPIJBETROKKENHEID
In de huidige en toekomstige superdiverse samenleving is het wenselijk dat elke leraar een brede blik heeft op de maatschappij en vanuit zijn sociaal-maatschappelijk rol mee het groeiproces àlle kinderen maximaal mee kan ondersteunen. Reeds van bij de start van de opleiding willen we studenten laten kennismaken met de diversiteit van kinderen en de contexten waarin zij opgroeien, om van daaruit ook de bril van maatschappijbetrokkenheid op niveau van klas- en schoolbeleid op te zetten. Eerstejaarsstudenten laten we maximaal stage lopen in grootstedelijke context of in elk geval in scholen die gericht en positief aan de slag gaan met de aanwezige diversiteit. Studenten vertrekken bij al hun stages vanuit brede observatie van kinderen. In het laatste jaar van de opleiding nemen alle studenten een maatschappelijk engagement op via een project naar keuze, om op die manier aan te tonen op welke manier zij hun sociaal-maatschappelijk rol als leraar vorm willen geven.