Groeperen van studenten op stagescholen
Zoals reeds bleek uit de krijtlijnen van het SMART-stageconcept, groeperen we stagestudenten in het SMART-concept in wat grotere cohortes op stagescholen. We willen daarmee het samenwerkingsverband met scholen kunnen intensifiëren en ook de begeleiding en ondersteuning vanuit de kant van de hogeschool kunnen verhogen. Bij teveel versnippering van studenten over verschillende stagescholen, gaat kostbare begeleidingstijd verloren door verplaatsingen.
We willen het voor scholen graag duidelijk houden welke studenten zij op hun school ontvangen. Met een mix aan verschillende trajecten is dat niet altijd evident. Daarom opteren we voor volgende opties:
Kan zomaar elke school instappen in het SMART-verhaal? Nee, dat is niet het geval. Vier tot vijf stageklassen... dat is niet voor alle kleuterscholen haalbaar. Kunnen die kleinere scholen dan geen stagiairs meer begeleiden? Toch wel! Er is elk jaar nood aan stagescholen voor andere praktijkervaringen. Naast het beschikbare aantal stageklassen, spelen nog andere verwachtingen een rol om SMART-school te worden.. Je kan er hier meer over lezen.
Scholen waar we in het verleden een (al dan niet continue) samenwerking mee hadden en waar we nu in eerste instantie niet mee samenwerken, kunnen misschien later instappen in het SMART-verhaal. Na enkele jaren kunnen we een wissel voorzien en kunnen ook andere scholen aan de beurt komen. In tussentijd onderhouden we contacten met deze scholen in het kader van praktijkgericht onderzoek, ons dienstverleningsaanbod, etc.
We willen het voor scholen graag duidelijk houden welke studenten zij op hun school ontvangen. Met een mix aan verschillende trajecten is dat niet altijd evident. Daarom opteren we voor volgende opties:
- Optie A: Scholen Stage 1-3: Deze scholen gaan het engagement aan om min. 5 stageklassen ter beschikking te stellen voor 2 derdejaarsstudenten en max. 6 eerstejaarsstudenten (die in duo in de klas kunnen staan). Gezien het belang van kennismaken met diversiteit van kinderen en hun ouders, opteren we hier voor scholen die in elk geval positief omgaan met de aanwezige diversiteit. Eerstejaars zullen in het eerste semester kennismaken met verschillende leeftijdsgroepen door na enkele weken te rouleren over stageklassen.
- Optie B: Scholen Stage 2-3: Ook deze scholen gaan het engagement aan om 5 stageklassen ter beschikking te stellen. Zij ontvangen 1 of 2 derdejaarsstudenten, de andere plaatsen kunnen dan door tweedejaars worden ingenomen, die een afzonderlijke stageklas krijgen toegewezen.
- Optie C: Scholen Switch/VDAB: Ook hier vragen we een engagement van 4-5 stageklassen, waar een mix van verschillende trajecten uit het switch-of VDAB-traject terecht kan.
Kan zomaar elke school instappen in het SMART-verhaal? Nee, dat is niet het geval. Vier tot vijf stageklassen... dat is niet voor alle kleuterscholen haalbaar. Kunnen die kleinere scholen dan geen stagiairs meer begeleiden? Toch wel! Er is elk jaar nood aan stagescholen voor andere praktijkervaringen. Naast het beschikbare aantal stageklassen, spelen nog andere verwachtingen een rol om SMART-school te worden.. Je kan er hier meer over lezen.
Scholen waar we in het verleden een (al dan niet continue) samenwerking mee hadden en waar we nu in eerste instantie niet mee samenwerken, kunnen misschien later instappen in het SMART-verhaal. Na enkele jaren kunnen we een wissel voorzien en kunnen ook andere scholen aan de beurt komen. In tussentijd onderhouden we contacten met deze scholen in het kader van praktijkgericht onderzoek, ons dienstverleningsaanbod, etc.